Een (onverwachte) ziekenhuisopname kan bij kinderen en ouders gepaard gaan met onder andere angst om te overlijden, een gevoel van machteloosheid en pijn. Ook ervaart een groot deel van de ouders dat de onzekerheid die vaak bij een ziekenhuisopname komt kijken erg moeilijk is.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze gebeurtenis ingrijpend kan zijn voor het kind en de rest van het gezin.
De meeste kinderen en ouders vertonen dan ook stressreacties tijdens een ziekenhuisopname. Sommige kinderen zijn angstig, driftig of schrikachtig, terwijl anderen niks laten merken. Sommige ouders zonderen zich af, terwijl anderen kwaad worden. Gedurende de ziekenhuisopname blijven deze stresssystemen geactiveerd. Zo beschrijven ouders bijvoorbeeld dat zij tijdens de opname op de automatische piloot functioneerden of dat zij de opname in een roes hebben beleefd.
Deze stressreacties maken deel uit van het normale verwerkings- en herstelproces en nemen meestal na verloop van tijd vanzelf weer af als meer controle over de situatie wordt verkregen en de situatie stabieler wordt. Dit is vaak al in de eerste maand. Na drie tot zes maanden zullen de meeste stressreacties bij ouders en kinderen verdwenen zijn.
Het kan echter zo zijn dat de stressreacties niet verminderen en blijven voortbestaan op lange termijn. Kinderen en ouders kunnen de ziekenhuisopname dan niet goed verwerken en ontwikkelen een posttraumatische stress-stoornis (PTSS).
Er worden vier vormen van stressreacties onderscheiden, te weten:
1. Geen PTSS
2. Herstel van PTSS binnen één tot drie maanden
3. Chronische PTSS, waarbij klachten na zes tot 24 maanden nog steeds aanwezig zijn
4. Late PTSS, waarbij de klachten zes maanden na de traumatische gebeurtenis pas zijn ontstaan.1
Aangezien PTSS veel impact heeft op het cognitief en sociaal-emotioneel functioneren dient de ontwikkeling van deze stoornis zo veel mogelijk te worden voorkomen en tijdig te worden behandeld.
Prevalentie
De prevalentie van PTSS bij kinderen die op een Kinder Intensive Care opgenomen zijn geweest varieert van 5 tot 28% ⁷. Bij ouders werd een prevalentie van rond de 25% gevonden 3 maanden na de opname van het kind ⁸. PTSS kan al bij zeer jonge kinderen (voordat de taalontwikkeling op gang gekomen is) aanwezig zijn.